Nog minstens tien jaar schaarste op stroomnet

Congestiemanagement helpt slechts mondjesmaat

Lokaal-Limburg Nieuwsbrief 2022 nummer 31

De kaartjes van de netbeheerders kleuren voor steeds meer regio’s rood. Stroomvraag en stroomaanbod groeien zo snel, dat het elektriciteitsnet het niet kan bijbenen. De komende tien jaar is het niet meer vanzelfsprekend om altijd en overal onbeperkt stroom geleverd te krijgen, waarschuwt directeur klant en ontwerp Huibert Baud van Liander. Congestiemanagement biedt maar mondjesmaat verlichting.

Elektrificeren
Van Waddinxveen tot Ameland en van Schagen tot Winterswijk, in het gebied van netbeheerder Liander kleuren steeds meer regio’s rood op. De netbeheerder kan er geen energie meer leveren aan nieuwe, grote klanten. Doordat bedrijven en woningen van het gas afgaan, door de toename van datagedreven werken en de komst van datacenters en door de elektrificering van bedrijven groeit de capaciteitsvraag van het netwerk enorm, aldus Baud, die bij Liander verantwoordelijk is voor netuitbreiding. ‘Veel harder en veel sneller dan ooit tevoren en ook sneller dan wij kunnen bouwen.’

Landweggetjes
Vorige week kondigde TenneT aan dat in Limburg en Noord-Brabant bedrijven geen nieuwe aansluiting meer kunnen krijgen. ‘De situatie die TenneT heeft afgekondigd is dezelfde als in Amsterdam, maar dan op een ander niveau. TenneT is de snelweg en wij zijn de provinciale weg en de landweggetjes. In West-Amsterdam kunnen we geen nieuwe bedrijven en grootverbruikers meer aansluiten. Wel woningen. Woningbouwplannen zijn bekend, daar hebben we vermogen voor gereserveerd. Maar voor grootverbruikers, dat zijn ook supermarkten, is geen ruimte.’

Proceduretijd
De oplossing is netten structureel verzwaren. Maar dat vraagt tijd. De Nederlandse netbeheerders investeren tot 2030 40 miljard euro en tot 2050 100 miljard euro. De bouw van een station in Amsterdam vraagt vijf tot zeven jaar: twee jaar reële bouwtijd, de rest is proceduretijd, legt Baud uit. ‘We moeten grond hebben, we moeten het bestemmingsplan wijzigen, we moeten vergunningen krijgen. Als je dat hebt, kun je bouwen. Terwijl een datacenter een aanvraag doet en dan binnen een jaar staat’
Dat verschil in doorloopsnelheid maakt dat dit probleem er is en dat is ook een antwoord op de vraag: blijft dit probleem nog een tijd? Ja, dit blijft nog een tijd. Totdat we die stations hebben kunnen verzwaren.’ Liander kondigde vorige week voor drie stations in Noord-Holland schaarste aan. ‘Die zijn in 2028 pas klaar, omdat we de ruimte nog niet hebben.’

We hebben een weerbericht van het elektriciteitsnet nodig om te zien wat er gaat gebeuren in Nederland.
Baud: ‘Die kaarten van nu zijn, zeg maar, de buienradar. We zijn samen met de overheid bezig voorspellende kaarten te maken, zodat bedrijven beter weten wanneer waar de schaarste opgelost is en daar ondernemingsplannen op kunnen tunen. Ondernemers zijn er altijd van uitgegaan dat elektriciteit geen issue was. Plotseling is er een nieuw speelveld. Daar moeten we aan wennen, dat je niet alleen rekening houdt met de omgevingsvergunning, maar ook het elektriciteitsnet.’

De ACM heeft onlangs nieuwe regels voor congestiemanagement afgekondigd. Helpt dat?
Baud: ‘We bereiden er ons al twee jaar op voor. Het huidige model is dat wij vermogen reserveren op basis van de piek van een verbruiker. Dus als een fabriek om vier uur ’s ochtends de machines opstart en daarmee 100 procent vraagt, dan reserveren wij die in ons systeem. Als-ie de rest van de dag maar 80 procent gebruikt, zou je eigenlijk die 20 procent weg kunnen geven aan andere klanten. We hebben nu een pilot in het Amsterdams havengebied, waar congestie is. De industrie daar heeft aangegeven dat ze een deel van hun vraag op bepaalde momenten wil wegregelen.’

Hoeveel ruimte creëert dit?
Baud: ‘We verwachten dat het tussen de 10 en 30 procent kan opleveren. De praktijk moet het leren. Het is niet genoeg om de wachtrij op te lossen. De wachtrijen op sommige plekken zijn enorm.’ Hij noemt als voorbeeld een innovatie in Nijmegen-Noord, waar een supermarktketen een distributiecentrum met heel zware koelcellen heeft staan. ‘Zodra de netbelasting in dat gebied naar 100 procent gaat, bellen we die supermarkt op. Die doet zijn koelcellen uit en die ruimte is er dan voor een andere klant. Die koelcel kan prima een half uur uitstaan. Ik geloof dat we zo een wachtrij van vijftien klanten hebben weggewerkt.’

Jullie moeten straks een callcenter inrichten om bedrijven te bellen en te vragen apparatuur uit te schakelen.
Baud: ‘Dit werkt alleen als het geautomatiseerd is. De congestiemanagementcode schrijft dat ook voor. We hebben een half jaar implementatietijd om dit te automatiseren.’ De nieuw congestiemanagementcode geldt, in tegenstelling tot de vorige, ook voor aanbieders van wind- en zonnestroom.

Vier keer zoveel
Toch helpt zo’n tussensprintje de netbeheerders niet echt om de marathon te lopen. Door verduurzamingsplannen en de hoge gasprijs willen bedrijven, die soms 80 procent van hun energieverbruik uit aardgas halen, in één keer overstappen. Volgens Baud is het vergelijkbaar met de omschakeling van huishoudens. ‘We dimensioneerden in de oude situatie met elektriciteit en gas een huishouden op 1,1 kilowatt. Nu wordt in nieuwbouw geen gas meer aangelegd en dimensioneren we een huishouden op 4,1 kilowatt. Vier keer zoveel. Dat krijg je nooit met congestiemanagement weggeregeld. Daarvoor moet je stations bouwen. Om te bouwen hebben we grond nodig en de gemeenten moeten die grond aan ons leveren.’

Wat moeten gemeenten doen om te zorgen dat jullie in een gespreid bedje komen?
Baud: ‘Als een gemeente woningbouwambities heeft, moet ze dat met ons bespreken, zodat wij kunnen aangeven: voor die woningbouwambitie hebben wij twee hectare grond nodig voor een onderstation. Dan weten zij dat ze dat moeten reserveren. Én er zit een procedurele doorlooptijd aan. Als je met elkaar in gesprek bent, kun je zorgen dat het goed op elkaar aansluit.’

Gebeurt dat in elke gemeente even goed?
Baud: ‘Zeker niet. Nog niet iedere gemeente beseft de impact van een elektriciteitsstation. In Rijsenhout bij Schiphol zijn we zeven jaar lang bezig geweest een station te bouwen. We krijgen allerlei verwijten, maar het was de gemeenteraad die het telkens afkeurde. En laatst in Neerijnen wilde de gemeente (West Betuwe, HP) een bedrijventerrein en woningbouw ontwikkelen. Wij hebben de ruimte voor een station, maar vervolgens werd het bestemmingsplan in de gemeenteraad afgekeurd. Waarom? Omwonenden vonden het aangezicht niet mooi. Die wilden een andere locatie, 600 meter naar achteren. Maar dat betekent voor ons, vier, vijf jaar extra werk. Afkeuren betekent dat die woningbouw niet door kan gaan.’

Zo kun je dus als gemeente dus je eigen energietransitie om zeep helpen?
Baud: ‘Als je een heel ambitieuze gemeente bent en van het gas af wilt en elektrisch vervoer wilt versnellen, overal zonnepanelen op de daken wilt en grote bedrijventerreinen die all-electric zijn, maar je vergeet dat je daarvoor je elektriciteitsnet moet verviervoudigen – dus vier keer zoveel stations, vier keer zoveel huisjes in de wijk – dan kun je je ambities nooit waarmaken.’

(Bron: Binnenlands Bestuur)

Delen: